“Fysiotherapeuten en zorgverzekeraars”
Inmiddels is het een langlopend debat aan het worden, iedereen heeft er zijn mening over en het ‘kamp’ met fysiotherapeuten lijkt lijnrecht tegenover de zorgverzekeraars te staan. Wat is de theorie achter deze kwestie, en waar is dit debat eigenlijk op gebaseerd? Hoe kijkt de fysiotherapeut naar de zaak, en hoe de verzekeraar?
Als fysiotherapeuten willen we ‘het beste’ voor de patiënt. Nu is direct de eerste vraag ‘wat is het beste?’, en is de beste behandelmethode van vorig jaar, nu nog steeds het beste om uit te voeren, of zijn er nieuwe ontwikkelingen geweest?
Wij als fysiotherapeuten zouden onze manier van handelen constant moeten onderbouwen met relevante kennis en dit toetsen aan de meest actuele wetenschappelijke inzichten, methoden en technieken. Wij moeten kritisch zijn naar wat onze behandelmethodes eigenlijk doen in het lichaam van de patiënt en of ze effect hebben. Niet dat de patiënt “baat heeft” bij de behandeling, maar of de gebruikte therapie daadwerkelijk effectief is. Dit vinden wij een belangrijk punt in deze discussie waar wij in een volgende blog op verder gaan.
Marktwerking van fysiotherapeuten en zorgverzekeraars
In 2006 werd binnen de fysiotherapie de marktwerking ingevoerd als één van de eerste zorgsectoren. De definitie van marktwerking is dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders met elkaar concurreren om de patiënt doelmatig en op maat van zorg te voorzien. Er worden dus afspraken gemaakt tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder over prijs, verslaglegging en voorwaarden voor de praktijk om de kwaliteit van zorg op een hoog niveau te houden. Lijkt toch het ideale plaatje?
De daadwerkelijke uitvoering van deze marktwerking is helaas iets anders. Er zou ruimte moeten zijn voor onderhandeling, maar in de praktijk onderhandelt de zorgverzekeraar niet met individuele praktijken. Als er niet met individuele praktijken wordt onderhandelt, dan onderhandelen we toch als collectief van praktijken met de zorgverzekeraar? Nee, dat mag niet op basis van de mededingingswet.
Dus praktisch komt dit erop neer dat wanneer een contract wordt voorgelegd aan een praktijkeigenaar er twee keuzes zijn. Wel of niet tekenen onder de gestelde voorwaarden door de verzekeraar. Teken je het contract, dan moet je voldoen aan de gestelde eisen door de zorgverzekeraar. Op zich is het terecht dat de verzekeraar eisen stelt omdat uiteindelijk zij het geld op de rekening van de praktijk moeten overmaken en de zorgkosten moeten reguleren. Maar wat voor eisen stelt de zorgverzekeraar dan, en wat zijn de gevolgen hiervan voor de praktijkeigenaar en zijn of haar werknemers?
In het contract dat de zorgverzekeraar aanbiedt is vaak de zogenoemde behandelindex opgenomen. Dit houdt in dat de fysiotherapiepraktijk onder een gemiddeld gesteld aantal behandelingen dient te blijven. Mochten er nou meer behandelingen worden gedraaid dan in de behandelindex zijn opgenomen, dan bestaat de kans dat een deel van het geld moet worden terugbetaald.
De zorgverzekeraar heeft de macht om jaarlijks de behandelindex naar beneden bij te stellen, waardoor in minder behandelingen eenzelfde resultaat gehaald moet worden. Het komt er grofweg op neer dat als ik u nu een rekentoets voorschotel en u deze in twintig minuten afrond zonder fouten te maken, u hier over een jaar opnieuw geen fouten in mag maken, maar het wel in tien minuten moet afronden. Onmogelijk.
Naast de behandelindex kennen sommige verzekeraars een “omzetplafond” of mogen praktijken jaarlijks maar een bepaald percentage groeien. Een stevig pakket aan eisen waar de fysiotherapeut aan moet voldoen maar blijkbaar zorgt een toename van gestelde eisen niet voor een stijging in de vergoeding voor de fysiotherapeut.
Bekijk onze tarieven en vergoedingen als fysiotherapeut.